Sinds kort woon ik in een nieuwbouwhuis. In een prachtig complex van beton, glas en aluminium. Met aan de voorkant – en op het zuiden – een aluminium garagedeur over twee verdiepingen. Waarmee ik bij de eerste zonnestralen met één druk op de knop het voorste deel van mijn huis omtover tot loggia. Ik zit dus in februari al buiten. Niks te klagen dus, zo lijkt het.
Je zou zeggen dat in zo’n modern huis ook volop aan de veiligheid is gedacht. Nu hebben we ingebouwde brandmelders en PKVW, dus iemand heeft inderdaad wel naar die veiligheid gekeken. Maar dat was vermoedelijk op maandagmorgen. Want neem alleen al de vindbaarheid van mijn huis voor hulpdiensten.
Het complex is leuk speels gebouwd. Met een ingangetje hier, een onderdoorgangetje daar en, jawel, een collectieve hoofdingang voor het hele complex. Maar wat voor ieder normaal mens de voorkant is, was voor de ontwerper de achterkant. Dus zit daar geen bel, geen huisnummer, geen naamplaat. Die zitten wel weer op een plek waar niemand ze verwacht, aan de zijkant van het gebouw, waar ook de officiële hoofdingang is. Het duurt even voordat je die vindt. Maar is je dat gelukt en is de deur op afstand voor je open gegaan, dan begint binnen het zoekspel opnieuw. Want in de centrale hal vindt je nergens aangegeven waar welk huisnummer is.
In het begin duurde het dus anderhalf uur voordat ik de bestelde pizza’s eindelijk in handen had. De Sushikings zochten me zelfs bij herhaling op de verkeerde plek, zelfs nadat ik hen tevoren uitgebreid had uitgelegd waar ze moesten zijn. Ik kan u nu uit ervaring vertellen dat koude pizza’s nog meevallen, maar dat lauwe sashimi werkelijk niet te nassen is. Bij herhaling staat aan de voorkant – eh, achterkant – van mijn huis een vertwijfelde bezorger van TNT Post of DHL die – ondanks de TomTom – me vraagt hem eindelijk uit te leggen waar nummer 60 is. Of 48, of 24. En of ik het pakketje niet voor hem naar de buren wil brengen, want hij loopt inmiddels al zo achter op z’n schema.
Mijn huis is daarmee een uitstekende remedie tegen spam. En een minstens zo succesvolle afslankformule. Maar wel een met een nare keerzijde. Want net ik las ik een brochure van de brandweer over ‘brandveilig leven’. De eerste vraag daarin: is uw adres voor de hulpdiensten makkelijk te vinden? Eh, nee dus. Tenzij je een aanrijtijd van anderhalf uur acceptabel vindt. Of je het leuk vindt dat de ambulancebroeders met de AED eerst een panische marathon moeten lopen door het complex voor ze je vinden. In tijden van nood ben ik letterlijk dodelijk onvindbaar.
Ik heb dus zojuist op internet levensgrote plakletters besteld met daarop straatnaam en huisnummer, voor op het raam aan de voor-, nee, achterzijde, die daarmee nu toch weer voorkant wordt. Daarmee moeten de overlevingskansen voor mij en mijn dochter weer met sprongen stijgen. Maar mijn situatie zal vast geen uitzondering zijn. Kan de vindbaarheid van een adres dus voortaan ook (beter) in het basispakket veiligheidseisen van een nieuwbouwcomplex worden opgenomen? Want onvindbaarheid-by-design is voor je privacy wellicht leuk, maar voor je overlevingskansen als-het-er-echt-om-spant een stuk minder. En daarmee niet meer van deze tijd.