Deze week voerde ik links en rechts weer een aantal gesprekken in buurten over de veiligheid. Mooie gesprekken vind ik dat. Vaak bevatten ze de little stories with a big meaning waar prof. Bob Hoogenboom laatst nog weer de lans voor brak. Neem het gesprek dat ik voerde met een sigarenwinkelier, in een zwakke buurt van een middelgrote stad.
“Tja”, zei de winkelier, “het is hier best een veilige buurt. Ik zit hier nu drie jaar, ben één keer overvallen. En die overval had overal kunnen gebeuren. Dus ik vind het hier wel OK”. Pardon? Eén keer overvallen maar de veiligheid is hier wel OK? Interessante manier van kijken hield deze detaillist er op na.
“Ach, ik was die dag niet eens in de zaak. Het was m’n vrouw die overvallen werd. ‘t Is de zevende overval die we hebben meegemaakt. De andere zes waren in de zaak waar we voorheen zaten. De jongen van de laatste keer was trouwens snel gepakt: het was een knul uit de buurt. Weet je wat het ergste is? Hij is veroordeeld tot het betalen van m’n schade. Maar daar zit ik nog steeds op te wachten. Zo’n jongen hangt een zielig verhaal op dat hij het geld niet heeft en hij komt er zo mee weg. Dat steekt. Om de paar weken bel ik met de instanties, want ik wil het er niet bij laten zitten. Maar dan ga ik van het kastje naar de muur. Niet voor de eerste keer trouwens. Een aantal jaar geleden pakte ik een vent die in mijn auto inbrak. Ook die werd veroordeeld tot het betalen van de schade. Ik heb zes jaar moeten zeuren tot hij eindelijk betaalde. En ook daar was het steeds weer van het kastje naar de muur. Alsof het mensen niet interesseert. Daar ben ik wel ziek van. Die gasten komen er gewoon mee weg en jij moet zóveel geduld en volharding hebben. Bij die laatste overvaller denk ik nu eigenlijk: hadden ze ‘m maar niet gepakt. Dan had ik m’n schade teruggekregen uit zo’n centraal potje en dan was het klaar geweest. Maar nu……daar gáán we weer. Het lijkt wel alsof jíj de lastpost bent. Het is vooral dát wat vreet”. En dat was in zijn gezicht helder te lezen….
De politie vindt dat ze tegenwoordig ‘in veiligheid’ doet. Dus ligt alle aandacht bij het omlaag brengen van het aantal delicten en bij het oplossen van zaken. Met grote prioriteit voor de zogenaamde High Impact Crimes, zoals overvallen. Voor de politie is het verhaal dat de man vertelde ongetwijfeld een succesnummer. Dader aangehouden, delict opgelost, case closed. Van dichterbij bekeken is de zaak echter vooral een gevalletje van – zoals de Britten zo fraai kunnen zeggen – hitting the target, missing the point. Want dit was wel een overval, maar nauwelijks high impact crime. De reáctie is dat echter wel.
Burgers willen van politie (en justitie) niet zozeer veiligheid, maar boven alles rechtvaardigheid. Onder het juk van indicatoren, uniformering en prestatiedrang zie dat het oog daarvoor steeds meer verdwijnt. Op allerlei plaatsen in het land. Hoe brengen we dat dus terug in het genoom van de Nationale Politie? Gelukkig is het in het genetisch materiaal van de individuele diender meestal nog ruimschoots aanwezig. Dan moet het terugbrengen op het niveau van de organisatie toch een fluitje van een cent zijn?